De Perigord Noir is zonder meer de aantrekkelijkste regio van de Dordogne. De oppervlakte is vrij klein: ongeveer 40 bij 60 kilometer

Klimaat:
Het klimaat van de Perigord noir is ideaal. Je hebt er warme droge zomers en een milde winter. Het voorjaar kenmerkt zich door overdadige planten- en bloemengroei en in de herfst is de temperatuur meestal nog heerlijk en de kleuren en geuren zijn onovertroffen. Voor de degene die niet aan het hoogseizoen gebonden is, is een bezoek in het voor- of najaar zeer aan te bevelen.

Natuur en omgeving:
Het terrein is enorm afwisselend. Groene beschutte dalen, steile klifwanden, adembenemende vergezichten, dichte eikenbossen, uitgestrekte akkers met maïs, tabaksplanten, aardbeien en notenbomen en prachtige dorpjes. De rivieren Dordogne en Vezere slingeren zich hier immer doorheen, soms rustig stromend en soms als kolkende, wilde stromen. In het Aquarium van Le Bugue (op 13 kilometer van La Renardière) is het onderwaterleven van de Vezere heel mooi te zien.
 
Bezienswaardigheden:
In dit land staan de bezienswaardigheden werkelijk opgestapeld. Stoere kastelen, sierlijke paleizen, musea, prehistorische vindplaatsen en themaparken zijn veel te vinden.
De Perigord noir heeft ook zeer veel ondergrondse bezienswaardigheden. Er zijn vele grotten ontdekt. Er zijn grotten met imposante druipsteenformaties en er zijn grotten overdadig gedecoreerd door de prehistorische mens. Hiervan is Lascaux een prachtig voorbeeld. De vallei van de rivier de Vezere herbergt niet voor niets de hoofdstad van de Prehistorie: het dorp Les Eysies.
 
De dorpjes in de Perigord noir variëren van piepkleine hameau's. Dit zijn niet meer dan een verzameling wrakke huisjes waar de kinderen en kippen tussendoor scharrelen tot prachtige volledig gerestaureerde stadjes die een grote toeristische trekpleister zijn. Sarlat is hiervan een zeer beroemd voorbeeld. In de meeste dorpjes is een actief sociaal leven. er is overal wel een markt, broccantemarkt, vide-grenier, muziekvoorstelling of vuurwerk te zien. Als men wil zien hoe het leven in de Perigord noir een eeuw geleden ging, is het openlucht museum in Le Bugue , Le village du Bournat, zeker een bezoek waard.

Lekker eten:
Net als in de rest van Frankrijk, houdt men in de Perigord van lekker eten. Er zijn ontelbare restaurants variërend van simpel tot bekroond met diverse michelinsterren. Tot de absolute streekgerechten behoren gans en eend. Met name de lever, Foie gras, is een onovertroffen delicatesse. Daarnaast wordt er heel veel met aardbeien, walnoten en paddestoelen gekookt. Probeer tenslotte ook zeker de locale knoflooksoep, Tourrain, eens uit. Natuurlijk drinkt men bij al deze heerlijkheden locale wijn: een Bergerac of een Bordeaux.

Sportieve uitdagingen:
Naast bezienswaardigheden biedt de Perigord noir ook sportieve uitdagingen. Overal langs de Dordogne en de Vezere kunnen kano's of kayaks worden gehuurd voor korte of lange tochten. In de rivieren kan ook op diverse plaatsen prima gezwommen en gevist worden. Er kan worden gefietst en gewandeld waarbij de hellingen soms steil zijn dus enige conditie is wel vereist. Er zijn verschillende golfterreinen, er kan worden paardgereden, er zijn maneges en er worden trektochten georganiseerd. De bergen worden bovengronds gebruikt door parasailers en ondergronds door speleologen. Tenslotte zijn er op verschillende plaatsen complete outdoor parkoersen uitgezet.